Queer verhalen worden overal ter wereld verteld, maar slechts een handvol haalt de reguliere bioscopen. Queer Film Festival Utrecht springt daar op in door films een podium te geven die anders misschien onzichtbaar zouden blijven, en creëert tegelijkertijd een plek waar de queer gemeenschap kan samenkomen, vieren en verbinden. Met een nieuwe editie van het festival in aantocht spraken we met Max, Head of Program, over waarom QFFU relevanter is dan ooit, wat deze editie bijzonder maakt en welke highlights je niet mag missen.

Waarom is het belangrijk dat Queer Film Festival Utrecht plaatsvindt?
“Er worden heel veel queer films gemaakt, waarvan er maar een heel klein deel in de reguliere filmzalen belandt. Je ziet de laatste jaren zeker een stijgende lijn in het aantal queer films dat het witte doek haalt en worden omarmd door een regulier publiek, denk aan “Call Me By Your Name” en “Love, Lies Bleeding”, maar het wordt zó veel meer gemaakt waar men vaak geen weet van heeft. Voor de makers van die films is het belangrijk dat ze een plek krijgen waar hun werk vertoond wordt. Dat helpt hen om hun makerschap te ontwikkelen en de verhalen te vertellen op de manier zoals zij dat willen. Naast het vertonen van de films, hebben wij als filmfestival ook een belangrijke rol in het creëren van een plek waar de gemeenschap kan samenkomen, elkaar kan ontmoeten en met elkaar in gesprek kan gaan.”
Merk je dat het belang van Queer Film Festival verandert door de tijd heen?
“Absoluut. Ik denk dat het juist nu, met gevaarlijke, extreemrechtse politieke geluiden in Nederland en de rest van de wereld, is het extra belangrijk dat we er zijn. We kunnen wel stellen dat queer rechten niet meer vanzelfsprekend zijn. Vaak wordt gezegd dat het iets Amerikaans is, maar dit is ook in Nederland het geval. Zolang je als queer persoon niet veilig over straat kan, je nog bespuugd wordt, geslagen wordt, je extra alert moet zijn als je met je partner hand in hand loopt, is er nog genoeg reden om een festival te organiseren dat zich focust op deze gemeenschap. Het moge duidelijk zijn dat queer emancipatie en acceptatie geen gegeven is, en een stijgende lijn daarin ook niet. Het gaat met pieken en dalen en we zitten nu duidelijk in een dal. We moeten alert blijven en samen aan de kar gaan trekken, ook mensen die niet behoren tot de queer gemeenschap.”
Hoe zal deze editie anders zijn dan voorgaande edities?
“We zijn te vinden op verschillende nieuwe locaties, zoals Moira en het Krachtstation in Kanaleneiland. We wilden ook graag mensen buiten het centrum bereiken. De NAR is dit jaarhet strijdtoneel van ons slotfeest, wat belooft heel leuk te worden. En uiteraard zijn er weer heel veel nieuwe films dit jaar. Het gros daarvan wordt niet uitgebracht in Nederlandse bioscopen en filmhuizen, dus dit is je kans om hele vette films op groot scherm te zien!”
Wat vind je het leukst aan het voorbereiden van het programma?
“Veel festivals maken hun filmselectie op basis wat wordt ingezonden. Wij cureren zelf ons programma – wat betekent dat we met ons team zelf op zoek gaan naar films. Vooral dit scouten naar films en het bedenken van korte filmprogramma’s aan de hand van een thema, dat is het allerleukste om te doen. We maken veel van onze programmering samen met andere partners, met de desbetreffende organisatie gaan we dan op zoek naar geschikte filmtitels. Dat is altijd een leuk proces.”
Zijn er dingen waar je specifiek naar uitkijkt?
“Ik kijk persoonlijk erg uit naar de Queer Horror Shorts. Het is een heel populair programma. In een grote filmzaal met een queer publiek naar horrorfilms kijken, je hebt gegarandeerd een topavond. Daarnaast heb ik veel zin in ons sportprogramma. We vertonen een documentaire en gaan daarna in gesprek met drie mensen over queer emancipatie in de sportwereld. De mensen die te gast zullen zijn proberen daar op hun eigen manier verandering in te brengen. Tevens hebben we vorig jaar het programma Queering The Archives geïntroduceerd, een kort filmprogramma dat jaarlijks terugkomt. Er zijn veel makers die het archief induiken om een verhaal te vertellen. Wat voor parels van films daaruit kunnen komen, zie je in dit programma.”
Dit interview is een samenwerking van Expreszo en Queer Film Festival Utrecht. Het artikel is ook te lezen op Expreszo.nl en DUIC.

Max de Valck (1997, hij/hem) werkt als film curator, programmeur en projectcoördinator in de Nederlandse filmsector. Als freelancer is hij verbonden aan Queer Film Festival Utrecht, Cinekid, Nederlands Film Festival, Go Short en Studio Camera. In zijn werk zet hij het liefst nieuwe makers en jong talent met een authentiek makerschap op de voorgrond. Een spotlight op zij die de randjes op durven te zoeken, hun publiek weten te verrassen en laten meenemen naar onontdekte werelden – zowel in vorm en stijl als narratief en thematiek. Max schuwt geen flinke dosis cult en absurditeit en maakt zich het liefst hard voor de underdogs: genres die niet begrepen worden, films die de reguliere bioscoopprogrammering nooit halen en gemeenschappen die je vrijwel niet hoort of ziet. Als hij het publiek iets heeft kunnen voorschotelen wat ze nooit ergens op het witte doek hebben gezien, heeft hij zijn taak volbracht.